Afgelopen zondag was het dus Super Sunday. Ik dacht eerst dat dat een dag was uit de Amerikaanse verkiezingen (bleek Super Tuesday te zijn) maar het was een dag met 3 superevenementen: de Grand Prix van Monaco, de Indy 500 en de Coco Cola 600 op Charlotte.
Maar er zullen ongetwijfeld meer races geweest zijn.
De 600 op Charlotte heb ik maar even gehouden voor wat het was. Ik moest de volgende 3 dagen op kamp en wilde uitgerust zijn. Maar voor Monaco en vooral voor Indy had ik veel aandacht.
Monaco en Indy zijn ogenschijnlijk twee totaal verschillende races maar er zijn wel wat overeenkomsten te vinden. Ze hebben namelijk allebei een start, een voorspel, een finale en een finish. En een finish ceremonie.
De start is op Monaco staand en op Indy rollend. Op Monaco gebruik je de start om te bepalen wie er wint, op Indy wie er als eerste de eerste bocht in gaat.
Het voorspel is er op Monaco voor de toeschouwer om te hopen dat er nog wat gebeurt (zelden) en voor de coureur om te hopen dat er in de pits nog wat veranderd kan worden aan de volgorde. Dat voorspel duurt vaak tot een ronde of 10 voor het einde.
Op Indy duurt dat voorspel over het algemeen tot ronde 150. In die 150 ronden wordt bepaald wie met de beste afstelling de laatste 50 ronden ingaat. Je ziet dat vaak gebeuren tijdens de stop: wordt er nog even een draai gegeven aan een voorvleugel of wordt er een gurney flap snel weggehaald. En wordt er brandstof gespaard. Aan de leiding rijden is dan niet zo interessant. Het is goed voor wat dollars prijzengeld maar voor de winst doet het niet zoveel. Alleen de lieden die zich slecht kwalificeerden komen in die fase naar voren stomen want je moet wel in de top 10 zitten als de finale ingaat en vooral geen ronde achterstand oplopen.
Dan de finale. Op Monaco gaat men de leider, als die langzamer is dan de achtervolger, een beetje plagen door hinderlijk in de spiegel wat gekke bekken te gaan trekken. De leider jammert wat dat ‘ie daardoor de wedstrijd gaat verliezen en dat dat de schuld van het team is. Wat verder naar achteren laten ze zich iets terugvallen om een vrije baan te hebben zodat ze kunnen laten zien hoe snel ze wel niet zijn. En er wordt een poging gedaan om in een positie te komen om te passeren. Wellicht raakt men elkaar even aan…
De finale op Indy is er een van straatgevechten. Waar in het voorspel inhaalpogingen vaak niet worden doorgezet vanwege brandstof besparing of wellicht om de zaak heel te houden gaat nu de bijl erin. De fouten nemen ook toe. Rookies vergeten even dat er soepel geremd moet worden als men de pits ingaat. In de pits zijn er plotseling problemen met brandstofslangen. En op de baan wordt er gecrashed, niet met 1 tegelijk maar met 4 of 5.
De finish komt eraan. Op Monaco wordt het zilver nog even gepoetst. Het rechte stuk wordt nog even geveegd. Op de baan krijgt de langzame leider nog even het verzoek wat door te rijden op basis van een dreigend tikje tegen de achterband. De toeschouwers hopen nog op een verrassinkje. Maar met het vallen van de geblokte vlag blijkt de volgorde toch te staan als een huis. Dan maar even husselen met wat penalties…
Op Indy blijkt uit de finale wie er waarschijnlijk voor de winst gaan, wie er outsider zijn en wie er kansloos zijn. Het groepje van outsiders en zegejagers is vaak klein, 4 of 5 hooguit. De groep kanslozen is vele malen groter. En met die 4 of 5 gaat men naar de finish met inhaalpogingen in bocht 1 en 3, waarbij in bocht 1 wat verf van de muur wordt geschraapt en in bocht 3 het gras wordt bijgepunt. Op de meet is de winnaar snel bekend, de nummer 2 ook maar voor de rest is het een verhaal van “Oh ja, die deed ook goed mee”
Twee totaal verschillende races, twee vergelijkbare wedstrijdverlopen, twee totaal andere uitkomsten. Ik weet wel welke race langer in mijn geheugen blijft hangen.
Maar wellicht had ik ook de race in Charlotte moeten bekijken. Als ik Rick Winkelman moet geloven duwde de Coca Cola 600 de andere twee races in de schaduw. Volgend jaar maar eens tijd voor reserveren…