• Bericht reacties:0 Reacties
  • Laatste wijziging in bericht:10 februari 2022
  • Leestijd:4 minuten gelezen
  • Bericht auteur:
  • Berichtcategorie:Artikelen

In de jaren ’80 ging het verhaal rond op Indianapolis dat iemand op het openbare toilet de volgende tekst had gekalkt: “There are two kinds of Indycar drivers, the one who has hit the wall and the one who will”. Oftewel, de rijders die de muur al hebben geraakt en welke dat nog gaan doen.

Ik moest aan dat opmerkelijke stukje graffiti denken toen ik eens door de resultaten liep van Rinus Veekay. Het begin beloofde weinig goeds met twee bezoekjes aan de muur op Texas Motor Speedway. Maar de problemen op TMS zijn inmiddels allang vergeten want de Nederlander heeft aardig van zich doen spreken, en dan vooral op ovals. Toegegeven, van de 9 races die er zijn verreden vonden er dit jaar slechts 3 op roadcourses plaats maar niettemin is er een trend waarneembaar: op ovals is Rinus 1 van de kanshebbers, vooral als je in ogenschouw neemt dat hij op de roadcourses niet heel erg opviel.

Rinus is snel, vooral op ovals

Op de Indy roadcourse behaalde hij een respectabele 5e plaats maar op Road America, toch wel dé roadcourse van Noord Amerika, zo niet de wereld, moest je ‘m achterin zoeken. Hij viel daar alleen op toen hij in de Caroussel Pagenaud buitenom inhaalde. En juist die geslaagde inhaalpoging was een indicatie van zijn ovalkwaliteiten. De Caroussel is een lange, constante, doordraaier en Rinus wist zijn wagen zeer precies zonder haperingen in snelheid en richting om de Franse Indy500 winnaar van 2019 te sturen. Precies de skills die nodig zijn op een oval ook al gaat de Caroussel rechtsaf.

Luyendyk viel in 1987 al op op ovals, hier bij het team van Ron Hemelgarn

Zesendertig jaar geleden ging het zijn coach precies zo af. In 1984 reed Arie Luyendyk zijn eerste race in de Indycar World Series. Een ieder had verwacht dat hij het vooral goed zou doen op de roadcourses en de stratencircuits. Wellicht had Arie dat zelf ook verwacht. Maar in Europa had hij al laten weten dat hij vooral hield van snelle circuits met lange doordraaiers, het korte gedoe, het draaien en keren, was minder aan ‘m besteed.

Achteraf gezien is het dan eigenlijk geen verrassing dat alle overwinningen van Arie in de Indycar racerij op ovals plaatsvonden. De enige races die Arie in Amerika op roadcourses won waren de 24 uren van Daytona en de 12 uur van Sebring, beide meetellend voor het IMSA kampioenschap….

Team Andretti in de muur

Als we even het kampioenschap erbij halen kunnen we concluderen dat Rinus dit jaar geen kans zal maken op de hoofdprijs. Niemand kn dat eigenlijk zolang hij geen Dixon heet. Met zijn overwinning in de 2e race op Gateway heeft Josef Newgarden dan zijn kleine kans in leven gehouden. Maar er staan nog maar drie races op de kalender: tweemaal de Indy roadcourse en de Grand Prix of St. Petersburg. Mogelijk komt er toch nog een doubleheader op Mid Ohio bij, nadat deze eerder werd afgezegd. Maar hier beroep ik mij op geruchten.

Laten we er maar vanuit gaan dat de concurrentie nog drie kansen heeft om Scott Dixon in te halen. Gezien de huidige vorm van de Nieuwzeelander en zijn Ganassi team acht ik die kansen niet heel groot.

Jacco Den Hollander
Author: Jacco Den Hollander

Indyoot

Geef een reactie