• Bericht reacties:0 Reacties
  • Laatste wijziging in bericht:22 september 2025
  • Leestijd:9 min. lezen
  • Bericht auteur:
  • Berichtcategorie:Artikelen

In Amerika wordt wel eens gesproken over het World Driving Championship als ze het wereldkampioenschap Formule 1 bedoelen. In1978 werd Mario Andretti op Trenton neergezet als de world driver champion, want een 2 weken eerder was hij op Monza wereldkampioen geworden. Blijkbaar is Formule 1 de meest extreme vorm van autorijden waar het het meest aankomt op de rijder van een gemotoriseerd vehikel. Wellicht vinden de Amerikanen hetzelfde over hun eigen Indycar series en NASCAR series maar die blijven in de regio terwijl de F1 over de gehele wereld gaat.

Het uitstapje van Max Verstappen naar de Lang Strecken Pokal op de Nurburgring, en eerder al Alonso’s snoepreisje naar Indianapolis en Nico Hulkenbergs ritje op Le Mans deed me denken: zouden we een world driving championship kunnen maken met daarin races en uithoudingsproeven van verschillende formaten en lengtes? En wat moet daar dan in zitten en welke materialen?

Mario Andretti wins the 1978 Trenton 150 USAC Indycar Race, the world driving champion

In de eerste albums van Michel Vaillant werd altijd een kampioenschap neergezet die bestond uit verschillende races: De Grote Match bestond uit 3 F1 races, de Indy 500 en de 24 uur van Le Mans. Nou lijkt dat wel een beetje op de werkelijkheid van toen want de Indy 500 stond tot 1960 op de Formule 1 kalender. De 24 uur was echter een enorme vreemde eend in de bijt.

In de Renbaan van de Angst werd het nog gekker: De Amerikanen, de Europeanen en de Russen namen het tegen elkaar op in een 3 luik bestaande uit de 12 uur van Sebring, een rally in Spanje en een Formule 1 race in Polen! Sebring was en is gewoon een bestaande race, die rally in Spanje is realistisch maar bestond niet en die race in Polen was gewoon fantasie, net als de deelnemende Russen.

Later werd er nog een Amerikaanse versie van zo’n kampioenschap gemaakt waarin 2 races uit het Amerikaanse GrandAm kampioenschap werden gecombineerd met de Indy500. Henri Greuter heeft er nog een mooi verhaal over geschreven op Forix (8W – Who? – Michel Vaillant). Dat moet je echt een keer lezen, maar neem er de tijd voor, het is een lange zit.

Races op Daytona, Riverside en Indianapolis, dat was echter wel een kampioenschap met de beste locaties om te racen in de Verenigde Staten van de jaren 60.

Overigens was het verhaal van Michel Vaillant helemaal niet zover van de werkelijkheid verwijderd. Het Amerikaanse Champcar kampioenschap was destijds een bonte verzameling van races overal over het gehele land verspreid. Races op paved ovals, op dirt ovals, op superspeedways, op bullrings, op roadcourses en zelfs een paar keer op Pikes Peak. Alleen stratencircuits kwamen toen nog niet voor.

Wilde je dat kampioenschap winnen moest je dus van vele markten thuis zijn. Er zat alleen geen uithoudingskoers bij: geen 12 uur van Sebring op 24 uur van Daytona. Maar Pikes Peak was echter in feite een rallyproef!

In de jaren ’70 ging USAC, het organiserende comite over op specialisatie en bleven alleen de paved ovals over.

In de jaren ’60 en ’70 had je nog de Tour de France Auto in Frankrijk en de Tour of Britain in het Verenigd Koninkrijk, meerdaagse evenementen met een combinatie van rallyproeven en races, verspreid over het hele land. James Hunt en Jody Scheckter deden er nog aan mee.

Als je heden-ten-dage zo’n divers kampioenschap zou willen organiseren wat zou daar dan in moeten? Het zou in elk geval vol moeten zitten met spraakmakende evenementen die al wat historie hebben.

Je zou dan kunnen beginnen met de Rallye Monte Carlo, een evenement dat al begon in 1911. Maar een rally op de kalender, kunnen circuitrijders dat wel? Ja, Vic Elford, maar later ook Marc Surer, had er geen enkele moeite mee. Elford won in 68 Monte Carlo en won een paar weken later de 24 uur van Daytona….

Daarna zou je de Daytona 500 op het programma kunnen zetten. Van lichte rally wagens op een bochtig parcours naar zware stockcars op een bloedsnelle oval.

Na Daytona kan de 12 uur van Sebring op het programma gezet worden. Racen met een GTP over een betonplaten rammel parcours, dat vraagt weer hele andere capaciteiten dan het pedal-to-the-metal van Daytona.

De Australische Grand Prix is inmiddels een klassieker geworden dus die kan ook op onze kalender, en zo worden de eerste 4 races met verschillende wagens gereden.

Het is inmiddels eind maart en dan is het tijd voor een Indycarrace op de 1 mijl oval van Phoenix, gewoon een lekker korte baan waar de blauwe vlag helemaal tot rafels wordt gezwaaid omdat 20 seconden achterstand een ronde aan de broek betekent.

Omdat ons kampioenschap op uitdagende banen moet plaatsvinden wordt ook de Japanse Grand Prix op Suzuka meegenomen. Daarmee worden voor de 2e keer Formule 1 wagens ingezet.

De Safari Rally in Kenia was altijd al een klassieker. Hij stond een tijdje niet meer op de rally kalender maar kan uiteraard kan hij niet in ons klassieke allround kampioenschap ontbreken. Wie gaat er het beste om met de wisselende omstandigheden? Van droogte naar modder in 1 dag is hier geen uitzondering.

Ondanks dat er op Monaco niet fatsoenlijk geracet kan worden kan het stratenbaantje niet ontbreken op de kalender, al is het alleen al om de sfeer en de mooie beelden. We delen de punten echter al uit na de kwalificatie op zaterdag. Op de zondag wordt er nog een allstar race gehouden die verder geen punten oplevert, wel een hoop geld.

De Indy 500 kan uiteraard niet ontbreken. Met de Rallye Monte Carlo is het het oudste evenement op de kalender. Het is het 2e evenement dat met Indycars wordt uitgevoerd. Het zal ook de race worden met de hoogste snelheden van het jaar.

Na het snelle geweld van Indy wordt er op heelhouden gereden tijdens de 24 uur van Le Mans. Alhoewel, tegenwoordig is elke stint op Le Mans een sprint want de hypercars zijn onverwoestbaar tenzij je er mee gaat vliegen. Elke Formule 1 rijder moet hier wel raad mee weten.

Hoewel ze waarschijnlijk tijdens de Grand Prix van Engeland wat meer op hun gemak zullen zijn want dan kunnen ze weer met de vertrouwde Formule 1 wagens rijden. Waarom Engeland en niet bijvoorbeeld Duitsland? Engeland en Silverstone worden gekozen omdat hier al sinds de veertiger jaren races worden gereden en het daarom een klassieker is geworden.

Bovendien krijgt Duitsland ook een plek op de kalender met een ronde van de Langstreckenpokal op de Nurburgring Nordschleife. De Nordschleife is een van de grote beproevingen in de racerij. Win je hier, dan heb je bewezen een hele grote te zijn. Met zijn 22 kilometer is het het langste circuit op de kalender. Uiteraard zijn de rally’s langer maar dat zijn dan ook geen circuits.

Het beste wegcircuit van de Verenigde Staten is toneel van de een-na-laatste Indycarrace op onze kalender. Road America, of Elkhart Lake, is alleen al voor de prachtige omgeving een nobrainer.

Vervolgens zette we Pikes Peak op de kalender. Is het een race? Nee. Is het een rally? Ook niet. Eigenlijk is het letterlijk één rallyproef, een tijdrit van 8 minuten naar de top van een van Colorado’s hoogste bergen. Niet over het randje kijken!

Vervolgens voegen we nog twee Formule 1 klassiekers toe met de Grand Prix van België (Spa) en die van Italië (Monza), gevolgd door de Long Beach Grand Prix, wat het laatste Indycar evenement op onze kalender is. Waarom in september terwijl Long Beach normaal in april wordt gehouden? Wel, de eerste Long Beach Grand prix werd in september 1975 gehouden en in het eerste post-corona jaar was Long Beach ook in september, dus een beetje traditie is er wel.

Met de 6 uur van Fuji en de Bathurst 1000 worden weer twee endurance evenementen toegevoegd, maar wel 2 hele verschillende. Op Fuji wordt met hypercars gereden, op Bathurst met toeringcars. Het zal een totaal andere rijstijl verlangen.

Met de Grand Prix van Brazilië gaan we richting de grote finale: de Formule 3 race van Macau. Menig coureur zal er zijn carrière gemaakt hebben, een ander heeft ‘m zien versplinteren tegen één van de vele muren. Wel, nu is het het toneel voor wellicht de grootste prijs die ze kunnen winnen, op één van de meest veelzijdigste banen van de gehele wereld.

Maar hoe regel je de puntentelling voor zo’n divers kampioenschap? Vang je hetzelfde aantal punten voor de winst in een Grand Prix als voor een 24 uurs race, laat staan voor een meerdaagse rally?

Grofweg zou je een indeling moeten maken van ‘korte’ races: de Grand Prix’, de Indycar races, Long Beach en Macau. De lange races worden gevormd door de 500 mijlers, de 1000 km’s, de 6 uurs races. Dan zijn er de Endurance races: de 12 uurs races en de 24 uurs races. Tenslotte de meerdaagse rally’s.

De korte races worden gewaardeerd met de puntentelling van het huidige wereldkampioenschap Formule 1, voor de lange races vang je het dubbele aantal punten, 3 dubbel voor de 12 en 24 uurs races en 4 maal zoveel voor de rally’s.

Blijft over Pikes Peak, dat is een rallyproef van ruim 8 minuten, die wordt gewaardeerd met het halve aantal punten als dat je voor een Grand Prix zou krijgen.

En zo hebben we een nieuw kampioenschap. Zou het meer aanslaan dan de huidige Formule 1? Waarschijnlijk niet. Soms lijkt een Grand Prix al te lang, dus dan zal een 6, 12 of 24 uurs race al helemaal niet te pruimen te zijn, laat staan een rally.

Voor rijders lijkt het echter wel een mooie uitdaging. Wellicht is het uitstapje van Verstappen een eerste zet om weer wat meer actieve Formule 1 coureurs in endurance races te krijgen, het feit dat zowel Ferrari als McLaren als Alpine en straks Cadillac zowel in de Formule 1 als in het World Endurance Championship deelnemen helpt ook hierbij.

Wellicht is dit het begin naar een grote match tussen de groten der aarde in deze sport….

Jacco Den Hollander
Author: Jacco Den Hollander

Indyoot

Geef een reactie