Wat was het belangrijkste autosportnieuws van de afgelopen week?
Alonso wint na 5 jaar weer eens een race? Op zich groot nieuws maar niet het grootste nieuws. De Spanjaard won 5 jaar geleden in Barcelona voor het laatst, destijds reed hij nog voor Ferrari.
Alonso, Nakajima en Buemi hadden het vrij makkelijk op Spa. De zusterauto van Toyota bleek na de kwalificatie niet helemaal goed in orde en moest achteraan starten. De privé-teams met de Rebellion van Bruno Senna, Neel Jani en Andre Lotterer als snelste vertegenwoordiger deden erg hun best maar Toyota was simpelweg te snel.
Wat was dan het grootste nieuws? Ook niet de angstaanjagende ongevallen van Pietro Fittipaldi en Matevos Isaakyvan. De Rus koos daarbij het luchtruim, ging tweemaal over de kop en landde uiteindelijk in de vangrails. Hij kwam er zonder noemenswaardige kleerscheuren vanaf. Fittipaldi brak echter beide benen en kan de deelname aan de Indy500 weer even in de ijskast opbergen.

Maar zoals gezegd, ook dat was niet het grote autosportnieuws. Nee, dat was het voornemen van Liberty Media, de eigenaar van de Formule 1, een nieuwe Grand Prix te gaan organiseren in Miami. Het lijkt wel een beetje Back-to the-Eighties toen zo’n beetje elke Noord-Amerikaanse stad wel een Grand Prix binnen de stadsgrenzen had of wilde hebben.
We denken dan aan Long Beach, Toronto, Detroit, Las Vegas, Phoenix, Dallas, Columbus, Washington DC, Del Mar, San Antonio, New Orleans, San Jose, Tampa, Houston, Denver en Miami.

Hé, Miami? Ja, want het is niet de eerste keer dat er een race in de straten van Miami wordt georganiseerd. Sterker nog, het is al de zesde keer sinds 1983 dat er geracet gaat worden door de straten van Miami. Het waren niet altijd dezelfde straten: IMSA en CART openden destijds het bal, IMSA reed downtown terwijl CART tegelijkertijd zijn kunsten vertoonde op een circuit in Tamiami een buitenwijk van Miami. In 1995 reed CART nog een keer in downtown. Daarna bleef het een tijdje stil omdat alle raceactiviteiten naar het nabijgelegen Homestead verhuisden. CART dat inmiddels Champ Car heette deed nog een poging downtown in 2002 en 2003. In 2015 werd er een E-Prix gehouden en zo is de komende Formule 1 poging de 6e keer dat er hard wordt gereden door de grootste Cubaanse stad na Havana.

En dat terwijl stratencircuits duur zijn in gebruik en vrijwel altijd verlies opleveren. De 5 mislukte keren in Miami zijn daarvan niet de enige getuigen: van het rijtje stratencircuits dat ik al eerder noemde zijn alleen Long Beach en Toronto nog in gebruik, is Detroit al drie keer gereanimeerd en is de rest al lang en breed vergeten.

Waarom dan toch die drang om een race op een stratencircuit te houden? Voorheen was het vooral een manier om naamsbekendheid te krijgen. Naamsbekendheid van de betreffende stad of regio wel te verstaan. Voor de Formule 1 of welke raceserie dan ook maakte het niet uit. Zodra het geld op was ging het circus weer naar een volgende stad.

Na het jaar 2000 was het geld dus blijkbaar overal op aan het raken want er kwamen nog maar mondjesmaat stratencircuits bij. In de Formule 1 was dat al helemaal opgehouden omdat er geen Amerikaan meer meereed. En zonder Amerikaan in het veld hadden de Amerikaanse steden geen belangstelling. Maar ook Champ Car en IMSA vonden niet veel nieuwe straten om hun wagens de sporen te geven. Alleen St Petersburg kwam erbij en er werd nog een poging gedaan in Houston maar dat was het dan wel.

En Europa dan? Daar was de wet- en regelgeving vaak zo ingewikkeld en restrictief dat het bleef bij een paar traditionele circuits: Pau, Monaco en de Norisring. Nieuwe pogingen in Helsinki, Valencia en Birmingham waren vaak geen lang leven beschoren.

En nu komt Liberty Media dus met een Grand Prix in Miami. Niet omdat deze nu ineens winst oplevert of dat Miami meer naamsbekendheid wil vergaren, nu ja, misschien wel een beetje. Nee, het gaat er hier voornamelijk om dat Miami en dan met name het stadsdeel aan Bayfront en bij het Dolphins stadion een bekend plaatje is voor het TV kijkend publiek. En Liberty wil kijkers hebben voor zijn programma’s. Alleen daarom heeft het de Formule 1 gekocht: om de zendtijd te vullen en zoveel mogelijk kijkers aan zich te verbinden. Media zoekt inhoud, oftewel content. De Formule 1 geeft dat. Maar Liberty wil wel graag herkenbare content, in dit geval mooie skylines en een aantrekkelijke omgeving. Een Tilkedrome is dan niet interessant want die kan overal liggen. Zelfs de mooiste wegcircuits zijn dan niet interessant want ook die kunnen voor TV publiek overal liggen.
Liberty richt zich hierbij vooral op de Amerikaanse TV kijker die het bij gebrek aan een bekende Amerikaan in het veld moet doen met de mooie plaatjes.
Behalve dat je een sportevenement opkoopt vanwege de mooie plaatjes, denk hierbij ook aan de Tour de France of de Giro, kun je ook een sportevenement opkopen vanwege de sterren die er deelnemen. Denk hierbij aan het internationaal voetbal. Ook binnen de racerij zijn er plannen in die richting. Er gaan momenteel geruchten dat NBC de NASCAR serie wil kopen van de familie France die deze serie ooit heeft opgezet en heeft laten uitgroeien tot de grootste raceserie in Noord Amerika. Omdat NASCAR races bijna allemaal op ovals worden gereden gaat het mooie plaatje van Liberty hier niet op. NBC zou NASCAR juist kopen omdat de Amerikanen fan zijn van Jimmy Johnson, Chase Elliot of Kyle en Kurt Busch. En ook dat levert weer kijkcijfers op.

En er is nog een gerucht: Amazon zou samen met Ferrari een alternatief Formule 1 kampioenschap willen opzetten. Een rode wagen met een zwart steigerend paard op een geel embleem moet de grote trekker zijn.

Het is een opmerkelijke ontwikkeling: mediabedrijven die races gaan organiseren. Maar nieuw is het niet. Sterker nog, zonder media waren er mogelijk geen races geweest. De eerste autorace, Paris – Rouen, werd in 1894 georganiseerd door Le Petit Journal, een Parijse krant. Hoofddoel? Zoveel mogelijk lezers trekken.

En zo is het cirkeltje rond. Het grootste nieuws van deze week was het verspreiden van het nieuws zelf…