LENGTE CIRCUIT: 4.574 km
RONDERECORD: 1’13”780 K. Raikkonen (2004)
POLE 2018: Sebastian Vettel
POLE-TIJD 2018: 1:11.212
SNELSTE RACERONDE 2018: 1:15,545 (Lewis Hamilton)

TOP 3 RACE 2018: 1. Hamilton 2. Bottas 3. Raikkonen

Hockenheim is een baan die ingehaald werd door de tijd. En dat terwijl de baan bij oplevering zijn tijd al ver vooruit was. In de jaren ’60 werden veel races nog gereden op banen die door de natuur werden gevormd, althans, zo leek het. Zoek maar eens op internet naar banen als Brands Hatch, Clermont Ferrand, Rouen, ons eigen Zandvoort en uiteraard de Nürburgring.
In 1969 werd de Nürburgring beoordeeld als te gevaarlijk voor Formule 1. Als de Duitsers wilden dat de Formule 1 terug zou keren moest de Nürburgring veiliger worden gemaakt of uitgeweken worden naar een alternatief circuit. Omdat de autosportbond van Duitsland de Nürburgring wilde behouden werd er gekozen voor het veiliger maken. De hoeveelheid werk die dat opleverde was teveel om in 1 jaar te voltooien en dus moest het 2e alternatief ook van stal worden gehaald: uitwijken naar een ander circuit. En daar had Duitsland er maar eentje van: Hockenheim. De Solitudering en de Schottenring waren al gesloten. De Avus was in 1959 al te gevaarlijk en de Sachsenring bevond zich tegenwoordig in de DDR.

Van de Nürburgring naar Hockenheim was een beetje alsof je van een schots-en-scheef houten voetbalstadion met een lekkere vette worst in servet overging naar een strak betonnen bouwwerk met hoge hekken en diepe grachten met bier in een plastic beker, betaald met dito munten uit de muntenautomaat. Het circuit was netjes ingedeeld met een lang snel stuk waar de heren coureurs hun wagens uitgebreid de sporen konden geven om vervolgens in het stadion terecht te komen waar zij zichzelf konden showen aan het publiek: een racedeel en een kijkdeel dus, uitgedokterd op de planningstafel.
In 1970 wist nog niemand het, maar dit was het begin van het stadionspektakel dat in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw steeds meer de boventoon begon te voeren. Circuits werden aangelegd met het oog op de toeschouwer, niet op de uitdaging voor de rijder. Met Hockenheim begon dat, later in 1991 begon ook Silverstone met een stadion gedeelte. En er kwamen nog veel meer banen waar het publiek zoveel mogelijk kon zien. En nog veel later werden de banen vooral aangelegd met het oog op de mogelijkheden voor TV….

Maar terug naar Hockenheim, het was in 1970 zijn tijd ver vooruit en werd dan ook door de pers de grond in geschreven. Maar ja, als je de Nürburgring moest opvolgen en je bovendien ook de bedenkelijke eer had de plek te zijn waar Jim Clark zijn laatste minuten meemaakte stond je uiteraard al meteen met 10-0 achter.
Na 1970 zou de Nürburgring nog voor 6 jaar terugkeren. In 1976 bleek de verbeterde Nürburgring niet meer verbeterd genoeg en werd Hockenheim de vaste stek voor de Duitse Grand Prix tot 2006, met uitzondering van 1985 toen de opnieuw vernieuwde Nürburgring eenmalig de Duitse Grand Prix mocht organiseren.

In die tijd groeide de baan van verguist circuit dat zich niet kon meten met de Nürburgring uit tot een van de grote klassiekers. Het moet dan ook gezegd worden: de baan heeft karakter. Het stadion gedeelte was lange tijd uniek, ook al was het misschien niet zo uitdagend voor rijders. De lange rechte stukken, die eigenlijk helemaal niet recht waren maar eerder een heel erg langgerekte bocht waren uniek in de wereld. De Ostkurve vormde het toetje van de waarschijnlijk snelste en langste bocht die het circus het gehele jaar tegenkwam. En het was zeker een van de moeilijkste, want hoeveel gas nam je terug? Niets, een beetje, een beetje meer? Wegligging was zeer belangrijk hier, met een goede was je spekkoper, met een slechte was je achterblijver of decorkrabber. En al gauw bleek dat ook Hockenheim veiliger moest en kwamen er niet één, niet twee, maar wel drie chicanes op het snelle deel van het circuit.

Begin 2002 werd er plotseling bekend gemaakt dat Hockenheim verbouwd ging worden. Het snelle deel werd teruggegeven aan de natuur en de baan zou zich in en rond het stadion concentreren. De kritiek was niet van de lucht want waarom moest uitgerekend deze klassieker (die begon als lelijk eendje maar dat was iedereen vergeten) gescalpeerd worden? Het bleek dat het een simpele keuze was: verbouwen of sluiten. De keuze viel gelukkig op verbouwen.
Sinds 2002 wordt er dus gereden op het verbouwde Hockenheim. Het is natuurlijk niet het oude Hockenheim maar je kunt zien dat de verbouwingen wel in stijl zijn uitgevoerd. Er is opnieuw een lange flauwe bocht toegevoegd die volgas wordt genomen. Deze gaat alleen linksaf in plaats van rechtsaf. En er is een tweede stadion in opgenomen, geheel in de stijl van het oude stadion.
Er was echter ook een andere trend gaande: die van “het haalt niet uit of je baan goed is voor coureur of voor toeschouwer of voor TV kijker. Hoe zit het met de centen?” En die centen, die had Hockenheim in 2006 niet meer genoeg om elk jaar een Duitse Grand Prix te organiseren. Dus werd er een om-en-om idee bedacht: voortaan zouden Hockenheim en de Nürburgring om het jaar de Duitse Grand Prix organiseren. De Nürburgring was in 1984 verbouwd tot modern Grand Prix circuit, was toen net als Hockenheim een lelijk eendje want onvergelijkbaar met de oude Nürburgring maar inmiddels ook tot een klassieker verworden tussen de vele Tilke dromes die de Formule 1 kalender rijk was geworden.

Tot 2013 ging deze constructie goed, toen ging de Nürburgring failliet en bleef Hockenheim alleen achter. Die kon nog altijd niet meer bieden dan een Grand Prix eens in de twee jaar en zo vond er ondanks de successen van Mercedes en ondanks de wereldtitels van Vettel in 2015 en 2017 geen Duitse Grand Prix plaats…

Terug naar circuits