Als je Grands Prix kijkt in de hoop dat Max een goed resultaat haalt en mocht je onverhoopt een hekel aan Ferrari hebben dan had je afgelopen weekeinde veel redenen om de televisie snel uit te zetten. Maar gelukkig was er afgelopen weekeinde meer te genieten. 

Ik had de kans om uitvoerig te kijken naar de Phoenix 200, de eerste ovalrace in de Indycarseries. 

Ja ik weet het, het heet eigenlijk de Phoenix Grand Prix presented by bla bla bla en de race gaat tegenwoordig over 250 mijl in plaats van 200. Maar een race op een oval is sowieso nooit een Grand Prix, die titel bewaar je voor races op wegcircuits of door de straten van een-of-andere stad. En Phoenix 200 bekt gewoon lekkerder dan Phoenix 250…

Maar goed, ik keek wel uit naar de Phoenix 200 want daar zou duidelijk worden of de nieuwe aerodynamica die Indycar in het leven heeft geroepen voor dit jaar ook werkelijk zou werken. De laatste twee jaar was de Phoenix 200 een must voor liefhebbers van bloemencorso’s, zo saai was het. En als het dit jaar zelfs op Phoenix beter zou zijn dan zou de nieuwe aero geslaagd zijn.

De kwalificatie-sessies beloofden al veel. De wagens waren moeilijker te rijden, niet meer een hele ronde als op rails maar snel over het rechte stuk en vervolgens gas los de bocht in en verder snelheid afschaven totdat de uitgang werd gevonden. Ik zag dat de snelheid bij het uitkomen van de bocht 40 mijl per uur lager lag dan bij het ingaan van de bocht, in elk geval bij Will Power.

Maar tijdens de race was het toch een ander verhaal. Het was niet voor iedereen even makkelijk om in te halen, tenzij je Alexander Rossi heette. Rossi wist maar liefst 68 succesvolle inhaalpogingen te volbrengen en verloor de race eigenlijk alleen maar omdat hij zich verslikte bij de pitsstop waar hij doorgleed en een van zijn monteurs tussen de wagen en de muur klemzette. Bij Bourdais ging het ook fout en samen mochten ze nog een drive through doen en dat betekent op een 1 mile oval onherroepelijk een ronde achterstand. Rossi wist zich terug te vechten maar Bourdais kreeg de ronde achterstand niet meer weggewerkt, ondanks dat hij net als Rossi nog een aantal tegenstanders wist terug te halen.

Maar de rest van het veld had er wel moeite mee. Er was eigenlijk maar één lijn door de 4 bochten op Phoenix en daarbuiten lag veel vuil waar je nu eenmaal een stuk minder grip hebt. Will Power en Ed Jones konden dat tot hun spijt ondervinden en vlogen de muur in. Waarom Rossi en in mindere mate Bourdais er dan minder moeite mee hadden weet ik niet. De rest van het veld had de grootste moeite om zelfs maar een achterblijver voorbij te komen. 

Er was nog iemand die er wat minder moeite mee had en dat was Josef Newgarden, de kampioen van vorig jaar. Hij won de wedstrijd met een geslaagde inhaalpoging op Robert Wickens, 2 mijl voor de finish. Maar Newgarden deed dat met gloednieuwe banden terwijl die van Wickens er al 40 ronden op hadden zitten. De Penske rijder had bij de laatste yellow verse banden onder laten leggen terwijl de Canadees buiten bleef. In de laatste 9 ronden reed Newgarden van de 4e plaats naar de overwinning en liet Rossi, James Hinchcliffe en Wickens zijn achterzijde zien.

Het was een geslaagde race en zeker een superrace ter compensatie van de teleurstelling van Bahrein. Maar het hoogtepunt was te zien bij de start van de race, iets wat al jaren niet meer vertoond was in de professionele racerij. In de jaren ’60 werd bijvoorbeeld eens de start van de Grand Prix van Monaco uitgesteld om Bruce McLaren in staat te stellen een probleem met de benzinetoevoer te verhelpen. 

Op Phoenix viel polesitter Bourdais bij het uitrijden van de pits vrijwel meteen stil. Nou, daar sta je dan met je uitstekende uitgangspositie, er zijn 3 pacelaps voordat de groene vlag wordt gezwaaid en als je voor de start van de 3e pacelap niet op gang bent start je achteraan of helemaal niet. 

Bourdais staat een heel eind van zijn eigen Dale Coyne pitstand stil. De monteurs komen aanrennen en beginnen hem terug te duwen als er bij de eerste pitbox, die van Schmidt-Peterson, het team van Wickens en Hinchcliffe, een engineer met een starter over de muur springt, hij prikt ‘m achterin de motor, start de motor en Bourdais, een van de grootste concurrenten, is weer weg, en kan gewoon zijn pole positie innemen.

Een groot team dat een van de directe concurrenten de helpende hand toesteekt. Alsof Ferrari Mercedes zou helpen een probleem te verhelpen 5 minuten voor de start van een Grand Prix. Onvoorstelbaar!

 

Jacco